donderdag 30 juni 2011

Filippenzen 4:5


Filippenzen 4:5 

Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. 
De Here is nabij.

Philippians 4:5 (NIV) 

Let your gentleness be evident to all. 
The Lord is near.




zondag 26 juni 2011

Jesaja 6:1-8



1 In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik de Here zitten op een hoge en verheven troon en zijn zomen vulden de tempel. 2 Serafs stonden boven Hem; ieder had zes vleugels: met twee bedekte hij zijn aangezicht, met twee bedekte hij zijn voeten en met twee vloog hij. 3 En de een riep de ander toe: Heilig, heilig, heilig is de HERE der heerscharen, de ganse aarde is van zijn heerlijkheid vol. 4 En de dorpelposten beefden van het luide roepen en het huis werd vervuld met rook. 


5 Toen zeide ik: Wee mij, ik ga ten onder, want ik ben een man, onrein van lippen, en woon te midden van een volk, dat onrein van lippen is, – en mijn ogen hebben de Koning, de HERE der heerscharen, gezien. 6 Maar één der serafs vloog naar mij toe met een gloeiende kool, die hij met een tang van het altaar genomen had; 7 hij raakte mijn mond daarmede aan en zeide: Zie, deze heeft uw lippen aangeraakt; nu is uw ongerechtigheid geweken en uw zonde verzoend. 


8 Daarop hoorde ik de stem des Heren, die zeide: 
Wie zal Ik zenden en wie zal voor Ons gaan? 
En ik zeide: Hier ben ik, zend mij.



zaterdag 25 juni 2011

Johannes 16


Johannes 16

Volharden

1 Dit heb Ik tot u gesproken, opdat gij niet ten val komt. 2 Men zal u uit de synagoge bannen; ja, de ure komt, dat een ieder, die u doodt, zal menen Gode een heilige dienst te bewijzen. 3 En dit zullen zij doen, omdat zij noch de Vader, noch Mij kennen. 4 Maar deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat, wanneer hun uur komt, gij u moogt herinneren, dat Ik ze u gezegd heb.
Doch dit heb Ik u niet van het begin aan gezegd, omdat Ik bij u was.

Het werk van de Trooster

5 En nu ga Ik heen tot Hem, die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat Gij heen? 6 Maar omdat Ik dit tot u gesproken heb, heeft droefheid uw hart vervuld. 7 Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden. 8 En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel; 9 van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; 10 van gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet; 11 van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is.
12 Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; 13 doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. 14 Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen. 15 Al wat de Vader heeft, is het mijne; daarom zeide Ik: Hij neemt uit het mijne en zal het u verkondigen.

Voorbijgaande droefheid

16 Nog een korte tijd en gij ziet Mij niet meer, en nogmaals een korte tijd en gij zult Mij zien. 17 Sommige zijner discipelen dan zeiden tot elkander: Wat betekent dit, dat Hij tot ons zegt: Nog een korte tijd en gij ziet Mij niet en nogmaals een korte tijd en gij zult Mij zien? En: Ik ga heen tot de Vader? 18 Zij zeiden dan: Wat is dit, dat Hij zegt: Nog een korte tijd? Wij weten niet, wat Hij bedoelt. 19 Jezus bemerkte, dat zij Hem iets wilden vragen en zeide tot hen: Redeneert gij hierover met elkander, dat Ik zeide: Nog een korte tijd en gij ziet Mij niet en nogmaals een korte tijd en gij zult Mij zien? 20 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, gij zult schreien en weeklagen, maar de wereld zal zich verblijden; gij zult u bedroeven, maar uw droefheid zal tot blijdschap worden. 21 Een vrouw, die baart, heeft droefheid, omdat haar uur gekomen is; maar wanneer zij het kind ter wereld heeft gebracht, denkt zij niet meer aan haar benauwdheid, uit vreugde, dat een mens ter wereld is gekomen. 22 Ook gij hebt dan nu wel droefheid, maar Ik zal u wederzien en uw hart zal zich verblijden en niemand ontneemt u uw blijdschap. 23 En te dien dage zult gij Mij niets vragen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als gij de Vader om iets bidt, zal Hij het u geven in mijn naam. 24 Tot nog toe hebt gij niet om iets gebeden in mijn naam; bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij.

25 Dit heb Ik in beelden tot u gesproken; er komt een ure, dat Ik niet meer in beelden tot u zal spreken, maar u vrijuit over de Vader spreken zal. 26 Te dien dage zult gij in mijn naam bidden en Ik zeg u niet, dat Ik de Vader voor u vragen zal, 27 want de Vader zelf heeft u lief, omdat gij Mij hebt liefgehad en geloofd hebt, dat Ik van God ben uitgegaan. 28 Ik ben van de Vader uitgegaan en in de wereld gekomen; Ik verlaat de wereld weder en ga tot de Vader.

29 Zijn discipelen zeiden: Zie, nu spreekt Gij vrijuit, zonder beeldspraak te gebruiken. 30 Nu weten wij, dat Gij alles weet en niet nodig hebt, dat iemand U vraagt; hierom geloven wij, dat Gij van God zijt uitgegaan. 31 Jezus antwoordde hun: Gelooft gij thans? 32 Zie, de ure komt en is gekomen, dat gij verstrooid wordt, een ieder naar het zijne en Mij alleen laat. En toch ben Ik niet alleen, want de Vader is met Mij. 33 Dit heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld lijdt gij verdrukking, maar houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen.



Johannes 14




Johannes 14


Het huis des Vaders


1 Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. 2 In het huis mijns Vaders zijn vele woningen – anders zou Ik het u gezegd hebben – want Ik ga heen om u plaats te bereiden; 3 en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.


4 En waar Ik heenga, daarheen weet gij de weg. 5 Tomas zeide tot Hem: Here, wij weten niet, waar Gij heengaat; hoe weten wij dan de weg? 6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. 7 Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien.


8 Filippus zeide tot Hem: Here, toon ons de Vader en het is ons genoeg. 9 Jezus zeide tot hem: Ben Ik zolang bij u, Filippus, en kent gij Mij niet? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; hoe zegt gij dan: Toon ons de Vader? 10 Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken. 11 Gelooft Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is: of anders, gelooft om de werken zelf. 12 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en grotere nog dan deze, want Ik ga tot de Vader; 13 en wat gij ook vraagt in mijn naam, Ik zal het doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt worde. 14 Indien gij Mij iets vraagt in mijn naam, Ik zal het doen.


Jezus belooft de Trooster


15 Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren. 16 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, 17 de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.
18 Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u. 19 Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, maar gij ziet Mij, want Ik leef en gij zult leven. 20 Te dien dage zult gij weten, dat Ik in mijn Vader ben en gij in Mij en Ik in u.


21 Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren. 22 Judas, niet Iskariot, zeide tot Hem: Here, en hoe komt het, dat Gij Uzelf aan ons zult openbaren en niet aan de wereld? 23 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen. 24 Wie Mij niet liefheeft bewaart mijn woorden niet; en het woord, dat gij hoort, is niet van Mij, maar van de Vader, die Mij gezonden heeft.


25 Dit heb Ik tot u gesproken, terwijl Ik nog bij u verblijf; 26 maar de Trooster, de heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb.
27 Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd. 28 Gij hebt gehoord, dat Ik tot u gezegd heb: Ik ga heen en kom tot u. Indien gij Mij liefhadt, zoudt gij u verblijd hebben, omdat Ik tot de Vader ga, want de Vader is meer dan Ik. 29 En nu heb Ik het u gezegd, eer het geschiedt, opdat gij geloven moogt, wanneer het geschiedt. 30 Niet veel zal Ik meer met u spreken, want de overste der wereld komt en heeft aan Mij niets, 31 maar de wereld moet weten, dat Ik de Vader liefheb en zó doe, als Mij de Vader geboden heeft.
Staat op, laten wij vanhier gaan.

Openbaring 12




Openbaring 12

De vrouw en de draak

1 En er werd een groot teken in de hemel gezien: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd; 2 en zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren. 3 En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen. 4 En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde.
En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. 5 En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. 6 En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden.

De draak overwonnen

7 En er kwam oorlog in de hemel; Michaël en zijn engelen hadden oorlog te voeren tegen de draak; ook de draak en zijn engelen voerden oorlog, 8 maar hij kon geen standhouden, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. 9 En de grote draak werd (op de aarde) geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem. 10 En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen:
Nu is verschenen het heil en de kracht en het koningschap van onze God en de macht van zijn Gezalfde; want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen. 11 En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood. 12 Daarom, verheugt u, gij hemelen en wie daarin wonen. Wee de aarde en de zee, want de duivel is tot u nedergedaald in grote grimmigheid, wetende, dat hij weinig tijd heeft.

De draak vervolgt de vrouw

13 En toen de draak zag, dat hij op de aarde was geworpen, vervolgde hij de vrouw, die het mannelijke kind gebaard had. 14 En aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote arend gegeven om naar de woestijn te vliegen, naar haar plaats, waar zij onderhouden wordt buiten het gezicht van de slang, een tijd en tijden en een halve tijd. 15 En de slang wierp uit haar bek water achter de vrouw als een stroom, om haar door de stroom te laten medesleuren. 16 En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen. 17 En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben; 18 en hij bleef staan op het zand der zee.

Psalm 130:6



Psalm 130:6
mijn ziel wacht op de Here,
meer dan wachters op de morgen,
wachters op de morgen.


Psalm 130:6 (NIV)
I wait for the Lord 
more than watchmen wait for the morning, 
more than watchmen wait for the morning.




donderdag 23 juni 2011

Good Friends ...

Photobucket

GOEDE VRIENDEN ZIJN MEER WAARD
DAN JUWELEN

Revelation 22:17





En de Geest en de bruid zeggen: Kom! 
En wie het hoort, zegge: Kom! 
En wie dorst heeft, kome, 
en wie wil, neme het water des levens om niet.



Openbaring 22:17




"The Spirit and the bride say, "Come!"
And let him who hears say, "Come!"
And let him who thirsts come, 
whoever desires, let him take the water of life freely."

Revelation 22:17


Hosea 2:18-19


Hosea 2:18-19

Ik zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig: 
Ik zal u Mij tot bruid werven door gerechtigheid 
en recht, door goedertierenheid en ontferming;
Ik zal u Mij tot bruid werven door trouw; 
en gij zult de HERE kennen.


Hosea 2:19-20 (NIV)


I will betroth you to me forever; 
   I will betroth you in[e] righteousness and justice, 
   in[f] love and compassion. 
I will betroth you in[g] faithfulness, 
   and you will acknowledge the LORD.

1

zaterdag 18 juni 2011

Prediker 4:12b



Prediker 4:12b

Een drievoudig snoer wordt niet spoedig verbroken



Huwelijks Gebed












Dank U Heer, dat U ons leerd om U het middelpunt van ons huwelijk te zijn.
Maak ons nederig, zodat we zullen groeien boven onze echo, trots en pijn uit het verleden.
Openbaar ons de liefde van Christus, zodat we mogen leren om te vertrouwen, geduldig, vergevend en goddelijke liefde voor elkaar te hebben.
Help mij Heer, om de kwaliteiten van mijn partner te eren.
Onderwijs mij hoe ik voor mijn echtgenoot moet bidden.
Geef mij moed om te spreken voor alles wat buiten uw Goddelijke orde is in mijn relatie.
Maak mijn tong en hart zacht, waar het steen is geworden
Versterk mijn vlees en eigenwaarde waar het zwak geworden is.

Steek opnieuw de kaars van passie aan, in ons huwelijk dat uitgebrand is.
Zegen ons niet alleen zoals we elkaar zien, maar dat we elkaar eren.
Help ons dat we niet alleen spreken, maar naar elkaar luisteren.
Zegen ons niet alleen als we elkaar koesteren, maar dat we elkaars dromen en geestelijk voeden.

Maak in onze gedachte dat we weten hoe we elkaar moeten eren, beschermen en voorzien.
Zegen onze eenheid, zodat we zullen groeien in wijsheid, vrede en toewijding
Breng in onze vriendenkring voorbeelden van gezonde en toegewijde huwelijken,
Laat ons een voorbeeld zijn, zodat onze kinderen, familie, vrienden Christus in ons zullen zien.

Dank u wel Heer, dat U ons huis bedekt met Uw genade en gunst.
We geven ons huwelijk en onze persoonlijke strijd aan U.
Vandaag is een nieuwe dag dat ik kies om van mijn echtgenoot te houden en te respecteren.
Geef ons beiden wijsheid, geduld, liefde en geloof, zodat we elkaar niet zullen opgeven.

Ik bid dit in Jezus Naam
AMEN

Eenheid in het huwelijk





Eenheid in het huwelijk 
  
Van mijn geliefde ben ik en van mij is mijn geliefde. (1) 
  
U hebt ons aan elkaar gegeven, om samen een te zijn. (2) 
Met U vormen wij een drievoudig snoer, 
dat niet snel verbroken zal worden. (3) 
  
Wij zullen nooit echtbreken, (4) 
maar houden ons huwelijk in ere en zijn elkaar trouw, 
in alle omstandigheden. (5) 
  
Onze liefde voor elkaar bedekt alles, geloof alles, 
hoopt alles en verdraagt alles. (6) 
  
Ik zoek niet mijn eigen belang, maar dat van de ander. (7) 
Help ons elkaar onderworpen te zijn 
in de vreze van Christus. (8) 
  
Zoals men ijzer met ijzer scherpt, 
zo scherpen wij ons aan elkaar. (9) 
  
Als de een valt, helpt de ander hem op de been. (10) 
  
Heer, maak ons een, zoals U een bent met de Vader. (11) 
  
1. Hooglied 6: 3                                    7. 1 Kor. 10: 24 ( Het boek) 
2. Genesis 2: 24                                    8. Efez. 5: 21 
3. Prediker 4: 12                                   9. Spreuken 27: 17 
4. Exodus 20: 14                                 10. Prediker 4: 9,10 
5. Hebr. 13: 4 (NBV +Hetboek)        11. Johannes 17: 11 
6. 1 Kor. 13: 6 

DPM Nederland 
Opbouw van binnenuit


Huwelijks Proclamatie





Hooglied 2:16a
Mijn geliefde is van mij en ik ben van hem,

Hooglied 6:3
Van mijn geliefde ben ik en van mij is mijn geliefde,

Hooglied 7:10
Van mijn geliefde ben ik, en naar mij gaat zijn begeerte uit.

Genesis 2:24
U hebt ons aan elkaar gegeven, om samen één te zijn.

Prediker 4:12
Met U vormen wij een drievoudig snoer,
dat niet snel verbroken zal worden.

Exodus 20:14
Wij zullen nooit echtbreken,

Hebreeën 3:4a
maar houden ons huwelijk in ere en zijn elkaar trouw,
in alle omstandigheden

1 Korinthiërs 13:7
Onze liefde voor elkaar bedekt alles, gelooft alles, hoopt alles en verdraagt alles.

ik zoek niet mijn eigen belang, maar dat van de ander.
1 Kor. 10:24

Efeziërs 8:21
Help ons elkaar onderworpen te zijn in de vreze van Christus

1 Korintiërs 7:4
Een vrouw heeft niet zelf de zeggenschap over haar lichaam, maar haar man; 
en ook een man heeft niet zelf de zeggenschap over zijn lichaam, maar zijn vrouw.

Prediker 4:9-10
Je kunt beter met zijn tweeën dan alleen zijn, want – dat is zeker – samen zwoegen loont. 10 Wanneer twee vrienden samen zijn en een van beiden valt, helpt de ander hem weer overeind, maar wie alleen is en ten val komt is beklagenswaardig, want hij heeft niemand die hem op de been helpt.

Efeziërs 1:16
dank ik God onophoudelijk voor u en noem ik u in mijn gebeden.


Vrouw & Moeder


Man & Vader


Gebed van een wachter


Gebed van een wachter

Abba, Vader, ik zegen U als de Hoofdwachter,
dank U voor het voorrecht dat ik een medewachter mag zijn met U.
Ik vraag U om me te helpen om U intiemer te leren kennen,
en om U, de Hoofdwachter, beter lief te leren hebben.

Vader, help me, om te leren waken.
Leer me door de voorbeelden uit de Bijbel,
uit de geschiedenis en uit onze eigen tijd,
hoe ik als wachter kan groeien in mijn bediening.
Leer me hoe ik de wacht van de vijand kan overwinnen,
hoe ik les kan leren van de vijgenboom en van de bomen,
en hoe ik de tekenen van de eindtijd
en de komt van de Messias, kan onderscheiden.

Vader, ik geloof dat U me wilt helpen om een trouwe wachter te zijn.
Help me om te waken en bidden opdat ik niet in verzoeking val.
Leer me, om een wachter te worden voor U.
Help me, om mijn plaats op de wachttoren in te nemen
en om te begrijpen wat het betekent om een wachter te zijn voor U
in deze laatste dagen, Heer God.
Ik dank U voor het voorrecht dat ik een wachter voor U mag zijn
in de stad Jeruzalem, of waar u me geplaatst hebt in de wereld.
help me om getrouw te zijn in alle aspecten
van het wachterschap, waartoe U me geroepen hebt.

Ik geloof dat U, de ware Wachter, door mij heen waakt.
Heer, Mijn god. Mag ik u zien van oog tot oog in Sion.
Wanneer ik kijk in Uw ogen die zijn als vuurvlammen,
mag ik dan de dingen ook zien als door Uw ogen.
Leer me om een wachter te zijn voor U
en Uw wegen te kennen, opdat ik erin zal kunnen wandelen.
Dan zult U mij voorbereiden
en zal de weg bereid worden voor de komst van de Messias!
Dank U, Vader.



Uit het boek van
 Tom Hess
De Wachters



Jesaja 61:1-4


Een bewerking van Psalm 23


Potter Hand - Hillsong



Dove's Eye's - Rick Pino


Ik ben een mooie vrouw van God


Proclamatie over mijn kind


maandag 13 juni 2011

Draw Near Music Lifting the bridal veil




He wants us to draw near! 
I need to come really close to hear His voice...but that´s exactly what He wants! 
He wants me there...in this intimate place where He is able to speak softly...and I can hear.



Awake my Soul


Collages Roses







Ezechiël 16:8b


My Beloved - Kari Jobe

Your once upon a Time is now


Hooglied 1:4



Hooglied 1:1-4

1 Hooglied. Van Salomo.

Het verlangen van de bruid naar haar bruidegom

2 Hij kusse mij met de kussen van zijn mond!
Want kostelijker dan wijn is uw liefde,
3 heerlijk van geur zijn uw oliën,
als uitgegoten olie is uw naam.
Daarom hebben de jonge meisjes u lief.
4 Trek mij achter u mee, laten wij ons spoeden.
De Koning voerde mij naar zijn vertrekken,
laten wij juichen en ons in u verheugen,
uw liefde prijzen boven de wijn!
Met recht heeft men u lief!

Hooglied 2,8-17






Hooglied 2,8-17

Liefdeslied der bruid 

8 Hoor – mijn geliefde! 
Zie, daar komt hij, 
springend over de bergen, 
huppelend over de heuvelen. 
9 Mijn geliefde is als een gazel 
of het jong van een hert. 
Zie, hij staat achter onze muur, 
kijkend door de vensters, spiedend door de traliën. 
10 Mijn geliefde gaat tot mij spreken:
Sta toch op, mijn liefste, 
mijn schone, en kom. 
11 Want zie, de winter is voorbij, 
de regen is over, verdwenen. 
12 De bloemen vertonen zich op het veld, 
de zangtijd is aangebroken, 
en ’t gekir van de tortel wordt gehoord in ons land. 
13 De vijgeboom laat zijn vroege vrucht zwellen, 
en de wijnstokken in bloei geven geur. 
Sta op, kom, mijn liefste, 
mijn schone, kom! 
14 Mijn duif in de rotskloof, 
in de schuilhoek van de bergwand, 
laat mij uw gedaante zien, 
laat mij uw stem horen, 
want zoet is uw stem 
en uw gedaante is bekoorlijk.

Hooglied 7:7-10

Wat ben je mooi, wat ben je bekoorlijk,
liefde en verrukking, dat ben jij.
Als een palm is je gestalte,
je borsten zijn als druiventrossen.
Ik dacht: Laat ik die palm beklimmen,
ik wil zijn bladeren grijpen.
Laten jouw borsten
als trossen van de wijnstok zijn,
je adem als de geur van appels,
je tong als zoete wijn
waarin mijn kussen baden,
mijn lippen en tanden gedompeld zijn. 


Lucas 4:18  

De Geest des Heren is op Mij, 
daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, 
om aan armen het evangelie te 
brengen; en Hij heeft Mij gezonden 
om aan gevangenen loslating te 
verkondigen en aan blinden het 
gezicht, om verbrokenen heen te 
zenden in vrijheid, om te 
verkondigen het aangename jaar 
des Heren. 

Openbaring 3:5




Openbaring 3:5

Wie overwint, zal aldus bekleed worden met witte klederen; 
en Ik zal zijn naam geenszins uitwissen uit het boek des levens, 
maar Ik zal zijn naam belijden voor mijn Vader en voor zijn engelen.

Psalm 27:8



Psalmen 27:8

8 Mijn hart zegt u na:
‘Zoek mijn nabijheid!’
Uw nabijheid, HEER, wil ik zoeken,


Ezechiël 16:8b



Ik zwoer je trouw, ik sloot een verbond met je
 – spreekt God, de HEER 
– en je werd de mijne. 

Ezechiël 16:8b


Hooglied 7:10



Hooglied 1:2
Het verlangen van de bruid naar haar bruidegom
2 Hij kusse mij met de kussen van zijn mond!
Want kostelijker dan wijn is uw liefde,